Het programma van het praktijkonderwijs wordt voor een groot deel afgestemd op de individuele ontwikkeling van de leerlingen. In algemene zin kunnen daarbij drie fasen worden onderscheiden.
Eerste fase
In de eerste fase krijgen de leerlingen een brede oriëntatie op een onderwijsaanbod dat zich richt op algemene, theoretische, praktische, sociale en communicatieve vaardigheden. Daarbij is aandacht voor de persoonlijke loopbaanoriëntatie en begeleiding van de individuele leerling. Interne stage en onderzoek naar de stagegeschiktheid van de leerling zijn onderdelen van het reguliere programma.
Tweede fase
De tweede fase, het midden van de schoolloopbaan, biedt een verdere oriëntatie op de persoonlijke interesses en capaciteiten en op de eigen inzet van de leerling. In deze fase wordt gestart met externe stages. De derde fase leidt leerlingen toe naar een plaats op de arbeidsmarkt. De leerlingen hebben een beroepsgerichte stage van drie dagen per week. De stages vinden plaats in het vakgebied waar de belangstelling en de mogelijkheden van de leerlingen liggen.
Wij maken gebruik van het Europees Sociaal Fonds om onze arbeidstoeleiding vorm te geven.
Derde fase
In deze derde fase volgen de leerlingen tevens een beroepsgerichte uitstroomcursus die aansluit bij de stage en de kansen voor plaatsing op de arbeidsmarkt vergroot. Deze cursussen worden afgesloten met een examen en geven de mogelijkheid om in te stromen in het MBO (niveau 1). Deze derde fase moet uiteindelijk leiden tot het verkrijgen van een plek op de arbeidsmarkt.